Wie?
Vorige week was je voorzitter van de praatronde.
Deze week mag je het weer meten!

Hoe?
Je gaat tijdens de morgenspeeltijd naar ons ‘weerstation’.
Noteer:
* de temperatuur
* de luchtdruk
* de bewolking
* de windrichting
* de windsnelheid
* het volume in de neerslagmeter (en giet hem uit)

Voorstelling
* schrijf je gegevens op het weerbord en geef wat uitleg
* vertel ons intussen hoe het zit met
– de gevoelstemperatuur
– de gemoedsmeter 🙂