Tijdens de puberteit word je volwassen.
Je lichaam gaat er anders uit zien, maar ook je gevoelens veranderen.
Je verandert uiterlijk en innerlijk.

Je lichaam verandert
Je gaat groeien, handen en voeten worden groter en je krijgt puistjes of pukkels. Meisjes krijgen borsten. Jongens krijgen de baard in de keel.

Je gevoelens veranderen
Tijdens je puberteit kun je je ineens boos, verdrietig, onzeker of bijvoorbeeld heel verlegen voelen. Het is belangrijk om deze gevoelens te uiten, je moet het zeker niet opkroppen! Als je geen zin hebt om er met iemand over te praten, schrijf het dan bijvoorbeeld op in een dagboek! Je kunt je verhaal kwijt en als je het later weer terugleest, dan valt het vaak best wel mee.

Wat wil ik?
In de puberteit maak je een belangrijke geestelijke ontwikkeling door. De vraag ‘wat wil ik?’ speelt voortdurend. In de relatie met je ouders, andere volwassenen en leeftijdsgenoten maar ook bij groepsdruk en het bepalen van eigen grenzen. Wat wil ik? Wat doe ik?

Zijn er nog zaken niet duidelijk? Vraag het maar gerust aan Wim of aan één van de andere leerkrachten.
Ben je een beetje verlegen of beschaamd om het te vragen? Schrijf het op een briefje en stop het briefje in de ‘vragenbox’ van de praatronde.  Je vraag zal zeker behandeld worden tijdens de praatronde. Toch nog te verlegen? Dan stop je het briefje toch gewoon zonder naam in de ‘vragenbox’.